- Meerjarenbegroting Meerjarenbegroting 2021-2024
Na het vaststellen van de Kadernota 2021 is een aanvang gemaakt met het opstellen van de begroting 2021 -2024. In de begroting wordt beleid uitgezet op basis van verwachte financiële mogelijkheden. De financiële positie is vaak onzeker omdat deze niet alleen afhankelijk is van de inzet / realisatie van eigen beleid, maar ook van de invloed van rijksbeleid, economische en nieuwe ontwikkelingen.
Uitkomsten meerjarenbegroting 2021 - 2024
- = nadeel + = voordeel
Meerjarenbegroting 2021 - 2024 x € 1.000
2021
2022
2023
2024
1
Stand meerjarenbegroting in PRIMAIRE begroting 2020
624
255
392
392
Reeds genomen raadsbesluiten na begrotingsvaststelling:
- Vaststellen Verordening Afvalstoffenheffing
6
6
6
6
- Aanpassing bijdragen begroting VRK 2021-2024
-105
-130
-115
-115
a
Zomernota 2020
-32
-31
-8
-8
b
Mutaties meerjarenbegroting 2021-2024 (saldo lasten en baten)
-530
-455
-342
-76
2
BIJGESTELDE STAND meerjarenbegroting 2021-2024 inclusief mutaties
-37
-354
-66
200
Eliminatie opgenomen incidentele lasten en baten
187
-280
0
0
Saldo materieel na correctie incidentele lasten en baten
-223
-73
-66
200
c
Nog vast te stellen nieuwe voorstellen 1 t/m 19 door de raad
225
304
309
315
3
Saldo materieel na correctie incidentele lasten en baten
2
231
243
515
De opstelling van de begroting 2021 begint met de jaarschijf 2021 van de primaire begroting 2020, met vervolgens de financiële consequenties van reeds genomen raadsbesluiten. In regel a zijn de structurele consequenties van de Zomernota 2020 te vinden en in regel b het saldo van de mutaties conform de uitgangspunten van de Kadernota en/of binnen het bestaande beleid van de gemeenteraad. Vervolgens geeft regel 2 dan de bijgestelde stand aan van de meerjarenbegroting inclusief mutaties. In regel 2c zijn de consequenties te zien van nieuwe voorstellen.
Regel 3 geeft het saldo weer na correctie voor incidentele lasten en baten en is van belang voor inzicht in het materieel, reëel en duurzaam begrotingsevenwicht. Voor alle jaren is nu sprake van een positief saldo.
Mutaties
Op grond van de kadernota 2021 en geschetste nieuwe, autonome ontwikkelingen, zijn financiële mutaties in de begroting verwerkt. Deze worden toegelicht in de begroting als een mutatie (of met elkaar samenhangende mutaties) groter is dan € 100.000.Nieuwe voorstellen
Wij doen u een aantal nieuwe voorstellen, waaronder investeringsvoorstellen en een voorstel betreffende een verhoging van de opbrengst onroerende zaakbelasting. In het financiële overzicht (regel c) ziet u de impact daarvan in de regel ‘nog vast te stellen nieuwe voorstellen’. - Meerjarenbegroting Uitgangspunten
BUDGETTAIR KADER 2021-2024
Naast de hiervoor genoemde grondslagen is de meerjarenbegroting 2021 - 2024 opgesteld met inachtneming van de in de Kadernota 2021 aangegeven financiële kaders. De kaders treft u hieronder aan:
Onderwerp
Voorstel
Sluitende begroting
De gemeenteraad ziet toe op een duurzaam materieel begrotingsevenwicht. Dit houdt in dat meerjarige structurele lasten door meerjarige structurele baten worden gedekt.
Interne budgetregels
Voorstellen met structurele financiële gevolgen worden niet tussentijds, maar alleen bij de begroting, in behandeling genomen. Tussentijdse voorstellen worden alleen bij de Zomernota behandeld mits ze onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn en bovendien incidenteel van aard. Voor andere en complexe nieuwe voorstellen dient, conform de verordening financieel beheer, een apart raadsvoorstel te worden gemaakt.
Ontwikkeling financiering en (toe te rekenen) rente
De rekenrente voor de begroting 2021 vast te stellen op 1,0%.
Autonome ontwikkelingen (inwoners/woningen)
In de meerjarenbegroting wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen inwoners/woningen die uit bouwprojecten voortvloeien. De zogenoemde volume-aanpassingen. Hierbij wordt er bovendien vanuit gegaan, dat tegenover de stijging van de baten (OZB + Algemene uitkering), een stijging van de lasten staat wegens infrastructurele en sociaal maatschappelijke kosten. De budgethouders dienen dit aan te geven.
Loon-/prijscompensatie
1. De personeelsbudgetten worden vanaf 2021 jaarlijks met 2,1% geïndexeerd;
2. De prijsgevoelige budgetten worden vanaf 2021 met 1,5% verhoogd;
3. De subsidies worden vanaf 2021 met 1,5% verhoogd.Gemeentefonds
Over de effecten van de mei/juni circulaire 2020 is nog niets bekend, de raad wordt met een separate brief geïnformeerd.
Relatie WOZ-herwaardering met OZB-tarieven
Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2019 tot 1-1-2020) sprake is van
waardestijgingen/-dalingen, dan vindt, rekening houdend met, de beschikbare belastingcapaciteit een verrekening plaats via een evenredige verlaging/verhoging van de OZB-tarieven 2021. Hierdoor is er geen sprake van een structurele meer-/minderopbrengst m.i.v. 2021 als gevolg van de mutaties in de belastingcapaciteit. Tenzij er sprake is van areaaluitbreiding van nieuwe woningen en nieuwe niet-woningen.Heffingen/belastingen
Continuering van bestaand beleid:
1. De OZB, gewone precariobelasting, toeristenbelasting en leges worden in 2021 trendmatig met 1,8% verhoogd. Op grond van de gegevens uit de mei/juni circulaire 2020 kan dit percentage nog worden aangepast (NB: precario op netwerken mag vanaf 2017 niet verder verhoogd worden, de heffing vervalt per begrotingsjaar 2022);
De overige inkomsten heffingen en huren worden met het gemiddelde van loonkosten en materiële kosten verhoogd (1,8%);
2. De parkeerbelastingen worden in 2021 op basis van hetzelfde inflatiecijfer met € 0,05 per uur verhoogd (of met eenzelfde verhoging als de gemeente Zandvoort);
3. De afvalstoffenheffing, rioolheffing en grafrechten worden slechts trendmatig verhoogd indien het niveau van 100% kostendekking nog niet is bereikt.
4. Het beleid is om de tarieven toeristenbelasting van de gemeente
Zandvoort en het gehanteerde model voor de parkeertarieven strand van de gemeente Zandvoort als uitgangspunt te nemen.Investeringen
Er worden voor de periode 2021-2024 alleen investeringen in de begroting geraamd die in het betreffende begrotingsjaar tot uitvoering komen. Bij de aanlevering voor de begroting worden op basis van concrete plannen van aanpak (capaciteit, tijd en geld) voorstellen ingediend om beschikbaar stellen van kredieten voor die investeringen te bewerkstelligen.
In geval van zeer hoge urgentie kan van deze beleidslijn worden afgeweken. D.w.z. dat de gemeente of derden bij uitstel risico’s lopen waaruit mogelijk schadeclaims kunnen voortvloeien.
Zie verder hoofdstuk 4 ‘Ontwikkelingen’ en 5 ‘Investeringen’.Eigendommen
De opbrengsten eigendommen (verkochte woningen) en andere activa worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve ‘Afbouw schulden’. De opbrengsten worden gereserveerd voor het aflossen van schulden voor zover de Flexibele Algemene Reserve meer dan 3% van het begrotingstotaal bedraagt. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt deze 3%-regel beoordeeld. Zo nodig wordt de Flexibele Algemene Reserve aangevuld vanuit de bestemmingsreserve Afbouw schulden.
Ontwikkeling schuldpositie / investeringsplafond
De schuldpositie van de gemeente blijft ondanks de ontvangen aandelenverkoop Eneco continue aandacht vragen. De ontwikkeling van de schuld van de gemeente wordt gevolgd met financiële kengetallen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De meeste schulden worden gemaakt voor investeringen. De gemeenteraad heeft op 3 november 2016 besloten om te streven naar een bruto schuld van bij voorkeur niet hoger dan € 20 miljoen en maximaal € 40 miljoen alsmede een solvabiliteit van 50%. Er dient een integrale afweging te worden gemaakt tussen de meerjarige investeringen enerzijds en het beoogde schuldniveau anderzijds.
De jaarrekening 2019 laat per balansdatum 31-12 een stand langlopende geldleningen zien van € 22,6 miljoen. In afwachting van de verkoopopbrengst aandelen Eneco is de financieringsbehoefte tot dusver met kasgeldleningen opgevangen. Dat is goedkoper dan het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen. De korte schuldpositie is eind maart opgelopen tot € 11 miljoen. Met de ontvangst van de aandelenverkoop zal de langlopende schuld zich in 2021 rond de € 20 miljoen stabiliseren. - Meerjarenbegroting Grondslagen
Exploitatiebegroting
Het Besluit Begroting Verantwoording (BBV) schrijft o.m. voor dat het begrotingsstelsel van baten en lasten van toepassing is voor de gemeentebegroting en dat de begroting structureel in evenwicht moet zijn. Dit houdt feitelijk in, dat de jaarlijks terugkerende lasten gedekt moeten worden door jaarlijks terugkerende baten.
Uitgangspunten BBV
Belangrijke uitgangspunten in het BBV voor het opstellen van begroting en rekening zijn, dat:- baten en lasten op dezelfde wijze worden gerangschikt;
- baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben;
- dat activa worden gewaardeerd en afgeschreven conform door uw raad vastgestelde richtlijnen.
Deze richtlijnen zijn opgenomen in de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet.
- vanaf 2017 rentomslagstelsel verplicht;
- vanaf 2017 moeten nieuwe investeringen met maatschappelijk nut geactiveerd worden;
- vanaf 2017 worden overheadkosten inzichtelijk gemaakt.
Verordening Financieel Beheer
In de Verordening financieel Beheer Bloemendaal 2018 en in de Nota Activabeleid 2018 (vastgesteld in de raadsvergadering van 21 december 2017) zijn de volgende waarderingsgrondslagen opgenomen:1
De kosten verbonden aan het afsluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio worden direct ten laste van de exploitatie gebracht;
2.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling worden direct ten laste van de exploitatie gebracht en bij uitzondering – indien geactiveerd – in maximaal 5 jaar afgeschreven;
3.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd en de afschrijvingsduur is gelijk aan die van soortgelijke activa waar de gemeente zelf in heeft geïnvesteerd;
4.
Activa met een aanschafwaarde van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd;
5.
Activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Rente wordt niet geactiveerd;
6.
Niet-compensabele of niet-verrekenbare BTW wordt opgeteld bij de verkrijgings- of vervaardigingsprijs;
7.
Afschrijvingen vinden plaats op basis van de lineaire afschrijvingsmethode;
8.
De afschrijvingstermijnen, zoals hieronder, worden als basis gehanteerd voor het afschrijven van vaste activa. In bijzondere gevallen kan hiervan bij een besluit van de raad – bij het vaststellen van het krediet – worden afgeweken:
Afval
Termijn
Ondergrondse inzamelcontainers
15 jaar
Rolemmers
15 jaar
(Bedrijfs)gebouwen
Nieuwbouw
40 jaar
Verbouwkosten: gebruiksduur verlengend
40 jaar
Verbouwkosten: niet gebruiksduur verlengend
25 jaar
Uitbreiding
40 jaar
Duurzame aanpassingen, o.a. zonnepanelen
20 jaar
Bedrijfsmiddelen
Auto’s en zwaar materieel
8 jaar
Gereedschap en hulpmiddelen
10 jaar
Gronden en terreinen
Grond
niet
Groen/plantsoenen
Aanleg
50 jaar
Herinrichting/renovatie
30 jaar
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Riolering:
Riolering (vernieuwing)
70 jaar
Gemalen bouwkundig
45 jaar
Gemalen elektro + mechanisch
15 jaar
Persleidingen
45 jaar
Drukriolering bouwkundig
45 jaar
Drukriolering elektro + mechanisch
15 jaar
IBA’s (individuele behandeling van afvalwater)
20 jaar
Randvoorzieningen bouwkundig
70 jaar
Randvoorzieningen elektro + mechanisch
15 jaar
Drainage / DT-riolering
40 jaar
Infiltratievoorzieningen
70 jaar
Deep Wells
15 jaar
Begraafplaatsen:
Aanleg begraafplaatsen
40 jaar
Weg- en waterbouw:
Eerste aanleg wegen, fiets- en voetpaden
50 jaar
Reconstructie en herinrichting wegen, fiets- en wandelpaden
25 jaar
Civiele kunstwerken (bruggen): hout
25 jaar
Civiele kunstwerken (bruggen): staal en beton
50 jaar
Verkeersregelinstallaties
15 jaar
Openbare verlichting: masten
40 jaar
Openbare verlichting: armaturen
20 jaar
Beschoeiingen
30 jaar
Voorziening ligplaatsen
15 jaar
Parkeerautomaten
8 jaar
ICT
Automatiseringsprojecten(hard- en software)
3 jaar
Website
3 jaar
Mobiele apparatuur (telefoon, etc.)
3 jaar
Kantoorinrichting
Meubilair, inventaris en kantoorapparatuur
10 jaar
Technische installaties (telefooncentrale)
8 jaar
Onderwijs
Schoolgebouw: nieuwbouw
40 jaar
Uitbreiding en renovatie schoolgebouwen
25 jaar
Gymnastieklokalen: nieuwbouw
40 jaar
Gymnastieklokalen: verbouwing
25 jaar
Eerste inrichting, meubilair
15 jaar
Onderwijsleerpakket
15 jaar
Brandbeveiliging
10 jaar
Tijdelijke uitbreiding huisvesting (noodlokaal)
5 jaar
Sportvelden
Kunstgras:
- toplaag
10 jaar
- sporttechnische laag
20 jaar
- onderbouw (zand en drainage)
35 jaar
Natuurgras:
- toplaag
10 jaar
- onderbouw (incl. drainage)
15 jaar
Overige sport
- tennisveld gravel
15 jaar
9
De afschrijvingen starten in het jaar na aanschaf of voltooiing van het actief.
10
Aan de geactiveerde activa wordt rente toegerekend over de boekwaarde op 1 januari van
het betreffende actief.11
De bevoegdheid tot het toekennen, wijzigen en afsluiten van een investeringskrediet
berust bij de raad. In principe worden kredieten na een periode van drie jaar afgesloten.Financiële vaste activa
De aan derden verstrekte geldleningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.Belegde middelen
De gemeente heeft geen middelen uitstaan.Vlottende activa
- De voorraden worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs.
- De vorderingen en de liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Vreemd vermogen
- De langlopende schulden hebben een looptijd van 1 jaar en 1 dag of langer.
- De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
- Meerjarenbegroting Recapitulatie programma's
2.2.4 Recapitulatie programma's
Lasten
Baten
Kolom
Kolom
Kolom
Kolom
(Bedrag x € 1.000)
1
2
3
4
5
6
7
8
5-1
6-2
7-3
8-4
Programma's excl.
reservesBegr.
2021Begr.
2022Begr.
2023Begr.
2024Begr.
2021Begr.
2022Begr.
2023Begr.
2024Begr.
2021Begr.
2022Begr.
2023Begr.
2023Bestuur en ondersteuning
-13.507
-13.772
-14.189
-14.393
37.895
38.200
38.903
39.515
24.388
24.428
24.715
25.122
Veiligheid
-2.587
-2.527
-2.542
-2.554
15
16
16
16
-2.572
-2.512
-2.526
-2.538
Verkeer, vervoer en waterstaat
-3.683
-3.626
-3.673
-3.707
106
112
112
113
-3.576
-3.514
-3.561
-3.594
Economie
-114
-121
-117
-119
1.552
1.580
1.608
1.637
1.437
1.458
1.491
1.518
Onderwijs
-2.187
-2.292
-2.267
-2.276
239
243
247
252
-1.948
-2.049
-2.019
-2.024
Sport, cultuur en recreatie
-5.509
-5.541
-5.565
-5.605
1.125
1.125
1.145
1.164
-4.384
-4.416
-4.420
-4.441
Sociaal domein
-16.478
-16.843
-16.570
-16.490
3.372
3.633
3.294
3.135
-13.106
-13.210
-13.276
-13.355
Volksgezondheid en milieu
-7.969
-8.030
-8.111
-8.289
8.101
8.089
8.258
8.433
132
60
147
144
Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
-1.756
-1.790
-1.825
-1.861
1.004
1.022
1.040
1.059
-752
-768
-785
-802
Totaal
-53.789
-54.542
-54.859
-55.292
53.409
54.019
54.623
55.323
-379
-523
-235
31
Toev./ onttrekking
reservesProgramma 0
-200
37
354
66
37
354
66
-200
Programma 1
25
25
25
25
25
25
25
25
Programma 2
170
170
Programma 4
Programma 5
Programma 6
Programma 7
148
144
144
144
148
144
144
144
Programma 8
Totaal
0
0
0
-200
379
523
235
169
379
523
235
-31
Programma's incl.
reservesBestuur en ondersteuning
-13.507
-13.772
-14.189
-14.593
38.275
38.723
39.139
39.684
24.768
24.951
24.950
25.091
Veiligheid
-2.587
-2.527
-2.542
-2.554
15
16
16
16
-2.572
-2.512
-2.526
-2.538
Verkeer, vervoer en waterstaat
-3.683
-3.626
-3.673
-3.707
106
112
112
113
-3.576
-3.514
-3.561
-3.594
Economie
-114
-121
-117
-119
1.552
1.580
1.608
1.637
1.437
1.458
1.491
1.518
Onderwijs
-2.187
-2.292
-2.267
-2.276
239
243
247
252
-1.948
-2.049
-2.019
-2.024
Sport, cultuur en recreatie
-5.509
-5.541
-5.565
-5.605
1.125
1.125
1.145
1.164
-4.384
-4.416
-4.420
-4.441
Sociaal domein
-16.478
-16.843
-16.570
-16.490
3.372
3.633
3.294
3.135
-13.106
-13.210
-13.276
-13.355
Volksgezondheid en milieu
-7.969
-8.030
-8.111
-8.289
8.101
8.089
8.258
8.433
132
60
147
144
Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
-1.756
-1.790
-1.825
-1.861
1.004
1.022
1.040
1.059
-752
-768
-785
-802
Totaal
-53.789
-54.542
-54.859
-55.492
53.789
54.542
54.859
55.492
0
0
0
0
Totaal lasten
-53.789
-54.542
-54.859
-55.492
Totaal baten
53.789
54.542
54.859
55.492
Bijgestelde stand meerjarenbegroting 2021-2024, incl. mutaties
0
0
0
0
- Meerjarenbegroting Overzicht baten en lasten
Economische categorie BATEN (x € 1.000)
2021
2022
2023
2024
2.2.1 Belastingen op producenten
11.906
12.125
12.348
12.576
2.2.2 Belastingen op huishoudens
2.741
2.840
2.942
3.048
Totaal 2. Belastingen
14.647
14.965
15.291
15.624
3.2 Duurzame goederen
3.3 Pachten
1.064
313
319
325
3.4.2 Eigen bijdrage en verhaal soc uitkeringen in natura
171
172
172
173
3.6 Huren
1.270
1.293
1.317
1.339
3.7 Leges en andere rechten
6.567
6.713
6.863
6.975
3.8 Overige goederen en diensten
1.039
1.250
1.263
1.276
Totaal 3. Goederen en diensten
10.111
9.742
9.934
10.088
4.3.1 Inkomensovedrachten - Rijk
26.100
26.870
26.968
27.171
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten
1.560
1.644
1.624
1.624
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijke regelingen
548
556
565
573
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen
21
21
22
22
Totaal 4. Overdrachten
28.229
29.092
29.178
29.390
5.1 Rente
21
21
20
20
5.2 Dividenden en winsten
200
200
200
200
Totaal 5. Rente en dividend
221
221
220
220
7.1 Mutatie reserves
379
523
235
169
7.2 Mutatie voorzieningen
201
0
0
0
Totaal 7. Verrekeningen
580
523
235
169
Totaal baten
53.752
54.188
54.793
55.492
Totaal 7.1/Saldo meerjarenbegroting
37
354
66
0
TOTAAL BATEN
53.789
54.542
54.859
55.492
Economische categorie LASTEN (x € 1.000)
2021
2022
2023
2024
Totaal 1. Salarissen en Sociale Lasten
-14.281
-14.574
-14.872
-15.177
Totaal 2. Belastingen
-482
-491
-499
-508
3.2 Duurzame goederen
-21
-21
-22
-22
3.3 Pachten
0
0
0
0
3.4.1 Sociale uitkeringen in natura
-7.012
-7.087
-7.163
-7.240
3.5.1 Ingeleend personeel
-739
-621
-453
-460
3.8 Overige goederen en diensten
-13.621
-13.375
-13.396
-13.553
3.8.9 Onvoorzien
27
-215
-625
-740
Totaal 3. Goederen en diensten
-21.367
-21.319
-21.659
-22.014
4.1.1 Sociale uitkeringen in geld
-3.955
-4.255
-3.855
-3.705
4.2 Subsidies
-2.891
-2.820
-2.775
-2.780
4.3.1 Inkomensovedrachten - Rijk
-112
-114
-116
-118
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten
-142
-151
-154
-157
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijk regelingen
-6.135
-6.114
-6.154
-6.100
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen
-317
-340
-384
-386
4.4.3 Kapitaaloverdrachten Gemeenschappelijke Regelingen
-85
-84
-83
-83
4.4.8 Kapitaaloverdrachten - overige instellingen en personen
-92
-92
-92
-92
Totaal 4. Overdrachten
-13.730
-13.970
-13.614
-13.422
5.1 Rente
-427
-398
-344
-320
Totaal 5. Rente en dividend
-427
-398
-344
-320
7.1 Mutatie reserves
0
0
0
-200
7.2 Mutatie voorzieningen
-1.130
-1.216
-1.369
-1.471
7.3 Afschrijvingen
-2.372
-2.574
-2.501
-2.379
Totaal 7. Verrekeningen
-3.502
-3.790
-3.870
-4.050
Totaal Lasten
-53.789
-54.542
-54.859
-55.292
Totaal 7.1/Saldo meerjarenbegroting
0
0
0
-200
TOTAAL LASTEN
-53.789
-54.542
-54.859
-55.492
Bedragen x € 1.000
2021
2022
2023
2024
Algemene dekkingsmiddelen
34.345
34.588
35.234
35.857
Onttrekkingen aan reserves
379
523
235
169
Dekkingsmiddelen Programma's
19.064
19.431
19.389
19.466
TOTAAL LASTEN
53.789
54.542
54.859
55.492
- Meerjarenbegroting Incidentele baten en lasten
INCIDENTELE BATEN
2021
2022
2023
2024
Taakveld
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
926.537
0
0
0
0.10
Onttrekking flex.alg.res.; toegankelijkheid bushaltes
170.000
0.64
Precariobelasting kabels en leidingen
756.537
Taakveld
Programma 1 Veiligheid
0
0
0
0
Taakveld
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
0
0
0
0
Taakveld
Programma 3 Economie
0
0
0
0
Taakveld
Programma 4 Onderwijs
0
0
0
0
Taakveld
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
20.000
0
0
0
5.1
Rijksbijdrage uitvoering Lokaal Sportakkoord
20.000
Taakveld
Programma 6 Sociaal domein
0
0
0
0
Taakveld
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
0
0
0
0
Taakveld
Programma 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
0
0
0
0
TOTAAL INCIDENTELE BATEN
946.537
0
0
0
INCIDENTELE LASTEN
2021
2022
2023
2024
Taakveld
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
-330.000
-175.000
0
0
0.4
Voortzetting flexibele schil externe inhuur
-150.000
-100.000
0.4
Stichting RIJK, afname inkoop van 5 naar 4 dagen
-30.000
0.4
Voortzetting capaciteit beantwoording raadsvragen
-75.000
-45.000
0.4
Voortzetting capaciteit beantwoording raadsvragen
-75.000
-30.000
Taakveld
Programma 1 Veiligheid
-73.753
0
0
0
1.1
Brandweer; studiekosten en opleidingen
-6.988
1.1
Brandweer; specifieke verbruiksgoederen
-3.759
1.1
Brandweer; overige diensten
-63.006
Taakveld
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
-170.000
0
0
0
2.1
Verbeteren toegankelijkheid bushaltes
-170.000
Taakveld
Programma 3 Economie
0
-5.410
0
0
3.2
Vervangen elektrakast Bloemendaalseweg 240
-5.410
Taakveld
Programma 4 Onderwijs
0
0
0
0
Taakveld
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
-20.000
0
0
0
5.1
Bijdrage uitvoeringskosten Lokaal Sportakkoord
-20.000
Taakveld
Programma 6 Sociaal domein
-53.000
0
0
0
6.1
Maatschappelijke begeleiding statushouders
-53.000
Taakveld
Programma 7 Volksgezondheid en milieu
-55.408
-100.000
0
0
7.1
Vervangen elektrakast Bennebroekerlaan 5 t.o.
-5.408
7.4
Duurzaamheid warmtetransitie
-50.000
-100.000
Taakveld
Programma 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
0
0
0
0
TOTAAL INCIDENTELE LASTEN
-702.161
-280.410
0
0
TOTAAL INCIDENTELE BATEN
946.537
0
0
0
SALDO INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
244.376
-280.410
0
0
Toelichting overzicht incidentele baten en lasten 2021-2024
Baten
Onttrekking flexibele algemene reserve; verbeteren toegankelijkheid bushaltes
Zie toelichting bij lasten.Precariobelasting kabels en leidingen
De mogelijkheid om precario op netwerken te heffen vervalt per begrotingsjaar 2022. Vanaf dat moment valt een substantieel deel ad € 756.537 als structureel inkomstenpost uit de begroting weg. Tot die tijd worden de ontvangen inkomsten als incidenteel aangemerkt.Rijksbijdrage uitvoering lokaal Sportakkoord
Zie toelichting bij lasten.Lasten
Voortzetting flexibele schil inhuur
Op basis van het strategisch HRM-beleid 2017 – 2020 is voor 3 jaar (tot en met 2020) een flexibel inhuurbudget toegekend van €150.000. De praktijk leert dat een blijvende investering nodig is in een flexibel budget om nieuwe taken en opgaven goed te kunnen opvangen en waar nodig te overbruggen naar een structurele inbedding. Maar de spanning op de arbeidsmarkt dwingt op aantal gebieden tot meer tijdelijke inzet doordat een aantal vacatures moeilijker zijn te vervullen terwijl de mobiliteit is toegenomen. Kortom, onze noodzakelijke wendbaarheid vraagt vanaf 2021 om een structureel flexibel inhuurbudget. Aanvankelijk van € 200.000 in 2021 en 2022, en uiteindelijk van € 250.000 in 2023 en verder. De ambtelijke organisatie legt zich zelf een taakstelling op om dit budget binnen de huidige formatie te realiseren. Deze taakstelling is voor 2021 € 50.000, voor 2022 € 100.000 en uiteindelijk in 2023 dus € 250.000 (dit staat gelijk aan om en nabij 4 formatieplaatsen). Deze formatie denken we te vinden door digitaler en doelmatiger te werken. Omdat de taakstelling dus gefaseerd wordt gerealiseerd wordt ter overbrugging een incidenteel budget gevraagd van € 150.000 in 2021 en € 100.000 in 2022.Stichting Rijk, afname inkoop van 5 naar 4 dagen
Stichting Rijk wil kennis gaan organiseren rond fysieke inrichting van gemeenten (buurt), sociaal domein (burger) en bedrijfsvoering. Ook wil Stichting Rijk meer kennis rond maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) in huis halen. Verder wordt om sneller op de vragen van gemeenten in te spelen een flexibele pool opgericht. Naar aanleiding van het 213a onderzoek Stichting Rijk uit 2017 is inmiddels de samenwerking met Stichting Rijk verbeterd en de versterking van de organisatie die Stichting Rijk de komende jaren door wil voeren sluit hier goed bij aan. Voorstel is daarom om tot de periode t/m 2021 akkoord te gaan met budgetverhoging maar daarna het budget te verlagen door het aantal ingekochte dagen bij Stichting Rijk te verlagen van 5 naar 4 dagen per week.Voortzetting capaciteit beantwoording raadsvragen
Sinds de laatste verkiezingen is het aantal gestelde vragen gestaag toegenomen. In tegenstelling tot de verwachting kan eind 2019 en begin 2020 worden geconstateerd dat het aantal gestelde schriftelijke, technische vragen en inlichtingen WOB verzoeken eerder nog verder is toegenomen dan afgenomen. Zeker wanneer wordt gekeken naar de per indiening opgenomen detailvragen en daarbij voorts de integriteitsmeldingen worden betrokken, moet voor de behandeling daarvan het nodige voorbereidende werk worden verzet. Hieruit volgt dat de omvang van de ingehuurde extra capaciteit in tegenstelling tot de verwachting niet kan worden afgeschaald indien de vragen binnen wettelijke en redelijke termijnen afgehandeld moet worden.Brandweer
De raad heeft op 4 juli 2019 ingestemd met de invoering van een nieuwe bluswatervoorziening door middel van (de aanschaf van) watertankwagens. De hieruit voortvloeiende structurele financiële effecten maken onderdeel uit van de begroting van de VRK. Met de komst van deze “repressieve oplossing” komen op termijn lasten van de begroting te vervallen. Dit betreffen de kosten van de brandkranen, materialen en gemeentelijke oefeningen. Deze kunnen als incidenteel worden aangemerkt. Daarnaast is voor het begrotingsjaar 2021 een incidenteel budget benodigd van € 36.179 t.b.v. de implementatie, zoals opleidingen en trainingen van personeel m.b.t. het gebruik van de watertankwagens.Verbeteren toegankelijkheid bushaltes
De gemeenteraad heeft de wens geuit om de toegankelijkheid van de bus te vergroten door de bushaltes waar mogelijk aan te passen. Uit een inventarisatie is gebleken dat 37 bushaltes in de gemeente niet (geheel) voldoen aan de landelijke richtlijnen voor de toegankelijkheid. Bij veel haltes is het trottoir niet verhoogd en/of ontbreken geleide lijnen voor slechtzienden. De kosten voor het verhogen van de perrons en het aanbrengen van geleide lijnen worden geraamd op € 170.000. Het betreft een eenmalige aanpassing. De uitvoering is gepland in begrotingsjaar 2021. De Provincie heeft in het verleden subsidie beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van dergelijke aanpassingen. Op dit moment zijn er geen subsidieregelingen bekend. Vooralsnog komen de kosten geheel voor rekening van de gemeente en worden ter dekking onttrokken aan de flexibele algemene reserve.Vervangen elektrakast Bloemendaalseweg 240
De elektrakast op de parkeerplaats bij AH in Overveen wordt in 2022 vervangen.Bijdrage uitvoeringskosten lokaal Sportakkoord
Het eerste nationale Sportakkoord is in juni 2018 getekend. In dat akkoord zijn diverse ambities vastgelegd. Doel van het sportakkoord is om de organisatie en financiën van de sport toekomstbestendig te maken. Het lokale sportakkoord wordt gesloten tussen gemeente en (sport-)organisaties. Voor het aanstellen van een lokale sportformateur in 2021 worden eenmalige geldmiddelen beschikbaar gesteld door het Rijk. De uitvoeringskosten en de rijksbijdrage maken onderdeel uit van de begroting 2021 en zijn budgettair neutraal.Maatschappelijke begeleiding statushouders
Maatschappelijke begeleiding voor volwassen statushouders is een wettelijke taak voor gemeenten. Statushouders met een asielvergunning vormen een bijzondere groep migranten. Bloemendaal heeft een achterstand van te huisvesten statushouders. De verwachting is dat de kosten voor maatschappelijke begeleiding in 2021 fors hoger zullen zijn. Om maatschappelijke begeleiding te kunnen blijven bieden wordt voorgesteld om het budget maatschappelijke begeleiding statushouders – éénmalig in 2021 - te verhogen van € 37.000 naar € 90.000.Vervangen elektrakast Bennebroekerlaan 5 t.o.
De elektrakast op de parkeerplaats bij het Van Lieroppark in Bennebroek wordt in 2021 vervangen.Duurzaamheid warmtetransitie
In het klimaatakkoord is afgesproken dat het Rijk € 150 miljoen beschikbaar stelt aan gemeenten voor de periode 2019 tot en met 2021. Dit bedrag is via de decembercirculaire 2019 beschikbaar gekomen, is in één keer uitgekeerd voor de hele periode en maakt deel uit van het jaarrekeningresultaat 2019. De bedragen voor Bloemendaal zijn als volgt:- Transitievisie Warmte: € 202.101 (1)
- Energieloket: € 25.000 (2)
- Wijkaanpak: € 9.997 (3)
In de begroting 2021 is een bedrag opgenomen van € 50.000, in 2022 € 100.000. Het gaat om incidentele budgetten die worden gebruikt voor planvorming warmtetransitie en zo mogelijk (het begin van) de implementatie. Het gaat hierbij vooral om het opstellen van een plan in welke volgorde wijken worden verduurzaamd/aardgasvrij worden gemaakt. Zoals eerder gememoreerd staat tegenover deze uitgaven dekking vanuit het Rijk. Dat geld is inmiddels al ontvangen.
- Meerjarenbegroting Structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves
Naam reserve
2021
2022
2023
2024
Structurele onttrekkingen reserves
Dekkingsreserve rioolvernieuwingen
-74.503
-70.749
-70.749
-70.749
Dekkingsreserve riolering buitengebied
-25.359
-25.359
-25.359
-25.359
Dekkingsreserve bergingscapaciteit riolering
-48.094
-48.094
-48.094
-48.094
Reserve explosievenopruiming
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
-172.956
-169.202
-169.202
-169.202
Structurele toevoegingen reserves
0
0
0
0
- Meerjarenbegroting Ontwikkeling EMU saldo
2020
2021
2022
2023
2024
Bedragen x € 1.000
volgens realisatie t/m augustus 2020, aangevuld met raming resterende periode
volgens
begroting
2021volgens
MJBvolgens
MJBvolgens
MJB+ 1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
11.893
-379
-523
-235
31
+ 2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
2.317
2.372
2.574
2.501
2.379
+ 3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
1.262
1.130
1.216
1.369
1.471
- 4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
8.766
8.477
7.327
1.453
1.305
+ 5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
0
0
+ 6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord
0
0
0
0
0
- 7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
0
0
0
0
0
+ 8
Baten bouwgrondexploitatie voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
16
16
16
16
16
- 9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
1.176
1.212
1.056
1.122
1.129
- 10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
0
0
0
0
0
11a
Verkoop van effecten: gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
nee
nee
nee
nee
nee
- 11b
Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
5.546
-6.551
-5.100
1.075
1.463
- Meerjarenbegroting Geprognoticeerde balans per ultimo 2019-2024
ACTIVA (bedragen x € 1.000)
Rekening 2019
Begroting 2020
Begroting 2021
Raming 2022
Raming 2023
Raming 2024
1.
Vaste Activa
1a
Immateriële vaste activa
0
0
0
0
0
0
1b
Materiële vaste activa
- investeringen met een economisch nut
30.223
30.341
31.776
30.203
28.686
27.248
- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden gegeven
22.095
22.919
23.043
22.377
21.715
21.071
- investeringen in openbare ruimte met alleen maatschappelijk nut
3.807
8.068
6.368
6.032
5.711
5.414
1c
Financiële vaste activa
- kapitaalverstrekking aan deelnemingen
345
345
345
345
345
345
- kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen
34
34
34
34
34
34
- overige langlopende leningen
801
832
770
755
738
722
- overige uitzettingen met een looptijd >1 jaar
0
0
0
0
0
0
2.
Vlottende Activa
2a
Voorraden
- grond/ en hulpstoffen niet in exploitatie genomen bouwgronden
0
0
0
0
0
0
- onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
0
0
0
0
0
0
2b
Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar
6.839
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
2c
Liquide Middelen
10
0
562
363
12
373
2d
Overlopende activa
1.274
1.800
776
183
1.800
1.800
Totaal Activa
65.427
70.339
69.673
66.291
65.040
63.006
PASSIVA (bedragen x € 1.000)
Rekening 2019
Begroting 2020
Begroting 2021
Raming 2022
Raming 2023
Raming 2024
3.
Vaste Passiva
3a
Eigen vermogen
- algemene reserve
17.049
19.261
29.321
28.968
28.902
29.102
- bestemmingsreserves
8.194
8.195
7.796
7.627
7.457
7.288
- gerealiseerd resultaat
357
0
0
0
0
0
3b
Voorzieningen
3.374
2.882
2.984
3.144
3.391
3.733
3c
Vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer
- onderhandse leningen
22.656
22.650
20.350
19.200
18.050
16.900
- waarborgsommen
6
5
0
0
0
0
4.
Vlottende Passiva
Kasgeldlening
7000
4a
Netto vlottende schulden korter dan één jaar
- banksaldo
0
9.546
0
989
685
- overige schulden
4.080
4.999
6.422
4.552
3.450
2.498
4b
Overlopende passiva
2.711
2.800
2.800
2.800
2.800
2.800
Totaal Passiva
65.427
70.339
69.673
66.291
65.040
63.006