Begroting 2021
portal

Meerjarenbegroting

Uitgangspunten

BUDGETTAIR KADER 2021-2024

Naast de hiervoor genoemde grondslagen is de meerjarenbegroting 2021 - 2024 opgesteld met inachtneming van de in de Kadernota 2021 aangegeven financiële kaders. De kaders treft u hieronder aan:

Onderwerp

Voorstel

Sluitende begroting

De gemeenteraad ziet toe op een duurzaam materieel begrotingsevenwicht. Dit houdt in dat meerjarige structurele lasten door meerjarige structurele baten worden gedekt.

Interne budgetregels

Voorstellen met structurele financiële gevolgen worden niet tussentijds, maar alleen bij de begroting, in behandeling genomen. Tussentijdse voorstellen worden alleen bij de Zomernota behandeld mits ze onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn en bovendien incidenteel van aard. Voor andere en complexe nieuwe voorstellen dient, conform de verordening financieel beheer, een apart raadsvoorstel te worden gemaakt.

Ontwikkeling financiering en (toe te rekenen) rente

De rekenrente voor de begroting 2021 vast te stellen op 1,0%.

Autonome ontwikkelingen (inwoners/woningen)

In de meerjarenbegroting wordt voor zover mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen inwoners/woningen die uit bouwprojecten voortvloeien. De zogenoemde volume-aanpassingen. Hierbij wordt er bovendien vanuit gegaan, dat tegenover de stijging van de baten (OZB + Algemene uitkering), een stijging van de lasten staat wegens infrastructurele en sociaal maatschappelijke kosten. De budgethouders dienen dit aan te geven.

Loon-/prijscompensatie

1. De personeelsbudgetten worden vanaf 2021 jaarlijks met 2,1% geïndexeerd;
2. De prijsgevoelige budgetten worden vanaf 2021 met 1,5% verhoogd;
3. De subsidies worden vanaf 2021 met 1,5% verhoogd.

Gemeentefonds

Over de effecten van de mei/juni circulaire 2020 is nog niets bekend, de raad wordt met een separate brief geïnformeerd.

Relatie WOZ-herwaardering met OZB-tarieven

Als in het WOZ-tijdvak (1-1-2019 tot 1-1-2020) sprake is van
waardestijgingen/-dalingen, dan vindt, rekening houdend met, de beschikbare belastingcapaciteit een verrekening plaats via een evenredige verlaging/verhoging van de OZB-tarieven 2021. Hierdoor is er geen sprake van een structurele meer-/minderopbrengst m.i.v. 2021 als gevolg van de mutaties in de belastingcapaciteit. Tenzij er sprake is van areaaluitbreiding van nieuwe woningen en nieuwe niet-woningen.

Heffingen/belastingen

Continuering van bestaand beleid:
1. De OZB, gewone precariobelasting, toeristenbelasting en leges worden in 2021 trendmatig met 1,8% verhoogd. Op grond van de gegevens uit de mei/juni circulaire 2020 kan dit percentage nog worden aangepast (NB: precario op netwerken mag vanaf 2017 niet verder verhoogd worden, de heffing vervalt per begrotingsjaar 2022);
De overige inkomsten heffingen en huren worden met het gemiddelde van loonkosten en materiële kosten verhoogd (1,8%);
2. De parkeerbelastingen worden in 2021 op basis van hetzelfde inflatiecijfer met € 0,05 per uur verhoogd (of met eenzelfde verhoging als de gemeente Zandvoort);
3. De afvalstoffenheffing, rioolheffing en grafrechten worden slechts trendmatig verhoogd indien het niveau van 100% kostendekking nog niet is bereikt.
4. Het beleid is om de tarieven toeristenbelasting van de gemeente
Zandvoort en het gehanteerde model voor de parkeertarieven strand van de gemeente Zandvoort als uitgangspunt te nemen.

Investeringen

Er worden voor de periode 2021-2024 alleen investeringen in de begroting geraamd die in het betreffende begrotingsjaar tot uitvoering komen. Bij de aanlevering voor de begroting worden op basis van concrete plannen van aanpak (capaciteit, tijd en geld) voorstellen ingediend om beschikbaar stellen van kredieten voor die investeringen te bewerkstelligen.
In geval van zeer hoge urgentie kan van deze beleidslijn worden afgeweken. D.w.z. dat de gemeente of derden bij uitstel risico’s lopen waaruit mogelijk schadeclaims kunnen voortvloeien.
Zie verder hoofdstuk 4 ‘Ontwikkelingen’ en 5 ‘Investeringen’.

Eigendommen

De opbrengsten eigendommen (verkochte woningen) en andere activa worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve ‘Afbouw schulden’. De opbrengsten worden gereserveerd voor het aflossen van schulden voor zover de Flexibele Algemene Reserve meer dan 3% van het begrotingstotaal bedraagt. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt deze 3%-regel beoordeeld. Zo nodig wordt de Flexibele Algemene Reserve aangevuld vanuit de bestemmingsreserve Afbouw schulden.

Ontwikkeling schuldpositie / investeringsplafond

De schuldpositie van de gemeente blijft ondanks de ontvangen aandelenverkoop Eneco continue aandacht vragen. De ontwikkeling van de schuld van de gemeente wordt gevolgd met financiële kengetallen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De meeste schulden worden gemaakt voor investeringen. De gemeenteraad heeft op 3 november 2016 besloten om te streven naar een bruto schuld van bij voorkeur niet hoger dan € 20 miljoen en maximaal € 40 miljoen alsmede een solvabiliteit van 50%. Er dient een integrale afweging te worden gemaakt tussen de meerjarige investeringen enerzijds en het beoogde schuldniveau anderzijds.
De jaarrekening 2019 laat per balansdatum 31-12 een stand langlopende geldleningen zien van € 22,6 miljoen. In afwachting van de verkoopopbrengst aandelen Eneco is de financieringsbehoefte tot dusver met kasgeldleningen opgevangen. Dat is goedkoper dan het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen. De korte schuldpositie is eind maart opgelopen tot € 11 miljoen. Met de ontvangst van de aandelenverkoop zal de langlopende schuld zich in 2021 rond de € 20 miljoen stabiliseren.

Deze pagina is gebouwd op 11/19/2020 08:19:06 met de export van 11/18/2020 15:47:41